Historie

Geschiedenis van de Gereformeerde Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht in kort bestek

Ontstaan van de gemeente

‘De historie van onze gemeente is rijk en waardig te worden bewaard voor het nageslacht’. Dat waren de woorden van een van onze vroegere ouderlingen, br. A. Verhoeven, die hij schreef in de kerkbode van 17 februari 1994. Daarmee is door hem niets teveel gezegd. In 2006 is er ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de gemeente daarom ook een mooi gedenkboek verschenen onder de titel Op deze petra…. We verwijzen in dit resumé van de geschiedenis van onze gemeente dan ook graag naar dit boek, dat voor nieuwe leden bij de kerkenraad (nog) verkrijgbaar is.

Onze gemeente is ontstaan vanuit de behoefte naar een bevindelijke prediking, waarvoor in de Nederlands Hervormde Kerk ter plaatse niet of nauwelijks meer plaats was. Daardoor zwierven er in het begin van de vorige eeuw nogal wat Ambachters uit naar omliggende plaatsen. Een deel van hen vond geestelijk onderdak in de Christelijke Gereformeerde Kerk van Zwijndrecht, een ander deel ging naar de Gereformeerde Gemeente in Ridderkerk, en nog weer anderen kerkten in de Nederlands Hervormde Singelkerk in Ridderkerk. Men had er ’s zondags dus een hele voetreis via de deels onverharde wegen voor over om een schriftuurlijk-bevindelijke prediking te horen. Ten slotte waren er onder deze kerkelijke zwervers die het zwerven opgaven en helemaal geen kerkelijk onderdak hadden. Zij lazen al of niet met een aantal anderen thuis een preek van een oude schrijver.

In de jaren twintig kwam er een voorzichtige poging om in de eigen burgerlijke gemeente bijeen te komen. Onder de initiatiefnemers komen we voor Ambacht nog steeds bekende namen tegen, als die van Buitendijk, Alderliesten, Van Kooten, Penning en Van der Poel. De laatst genoemde, Johannes van der Poel, was met zijn 21 jaren de jongste van de broeders. Later kreeg hij als predikant in de Oud-Gereformeerde Gemeenten grote bekendheid. Aanvankelijk wilde men bijeenkomen in een zaal boven een café aan de Havenkade, maar W. Buitendijk stelde het grootste deel van zijn ruime schuur aan de Dorpsstraat 113 ter beschikking. Dat deel werd als een eenvoudige kerkzaal ingericht. Buitendijk had in deze schuur een bedrijf, dat gericht was op het bouwen van roeiboten en ‘vletten’, een soort platte schuiten. De loods was zó groot dat er voor zijn bedrijf nog genoeg ruimte overbleef. In deze ruimte, in de volksmond lange tijd de ‘vlettenschuur’ genoemd, werd een eerste dienst belegd op zaterdagavond 30 mei 1930. Niemand minder dan ds. D. Rustige heeft deze dienst geleid. Er kwamen veel mensen op af, en zo werd de basis gelegd voor een ‘gemeente’, die tweemaal per zondag samenkwam om onder leiding van een van de bestuursleden een preek van een oude schrijver te lezen. Er was geen enkele binding met enig kerkverband. In het bestuur kwamen onderlinge meningsverschillen al spoedig boven tafel, waardoor bestuursleden bedankten. In november 1930 besloot men de diensten te beëindigen. Na veel onderlinge ruzie werd de loods weer in de oude staat teruggebracht. Daarmee leek het initiatief voorgoed van de baan.

Maar enkele broeders, J. Penning en de al eerder genoemde Joh. v.d. Poel, stelden zich in verbinding met de Gereformeerde Gemeente te Ridderkerk. Zij verzochten om in Ambacht kerkdiensten te beleggen met als doel dat er in Ambacht zelfstandige Gereformeerde Gemeente zou ontstaan. De kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente in Ridderkerk stond hier positief tegenover, en zo werd er onder zijn leiding op 27 november 1930 in de bedrijfsloods van Buitendijk een vergadering belegd. Er werd op deze voor onze gemeente zeer belangrijke vergadering besloten om in Ambacht kerkdiensten te gaan beleggen namens de Gereformeerde Gemeente van Ridderkerk. Br. Buitendijk stemde ermee in om zijn loods te verhuren. De inmiddels onttakelde loods werd weer opnieuw als kerkzaal ingericht.

Deze poging om tot een zelfstandig kerkelijk leven in Ambacht te komen, mocht dit keer onder de zegen van de Heere wel slagen. Er kwam een vaste kern van zondagse bezoekers, waardoor de classis Dordrecht van de Gereformeerde Gemeenten op 10 september 1931 goedkeuring gaf om in Hendrik-Ido-Ambacht een zelfstandige Gereformeerde Gemeente te institueren. Enkele dagen later werd er al een ledenvergadering belegd, en nog weer enkele dagen later, op 21 september 1931, werd de gemeente geïnstitueerd in ‘gebouw Buitendijk’. De op de ledenvergadering gekozen broeders werden in hun ambt bevestigd. Onder hen waren de bekende ouderlingen G. Kok en L. Stolk. De laatste werd tot voorzitter van de kerkenraad verkozen. In al hun eenvoud hadden zij van de Heere gaven gekregen om de gemeente te dienen. Dat hebben zij ook jaren lang mogen doen. Zij hebben als het ware een fundament mogen leggen in de gemeente.

 

7

Moeilijke jaren

In de jaren dertig is de gemeente gaan groeien. Daardoor was er behoefte aan een ruimer kerkgebouw dan de vertimmerde bedrijfsloods van Buitendijk kon bieden. De eerste ‘echte’ kerk kon worden gebouwd op een voormalig perceel van boer Plaisier aan de Kerkweg. De eerste steen daarvoor werd op 7 maart 1936 gelegd. Het bescheiden gebouw is in enkele maanden tijd gebouwd, want op 11 juni van hetzelfde jaar kon de kerk al in gebruik genomen worden. In die dienst ging ds. W.C. Lamain uit Rotterdam-Zuid voor.

Enkele jaren later, in 1941, werd het eerste beroep uitgebracht, en wel op ds. M. Heikoop te Utrecht. Dat was dus midden in de oorlog, en wellicht was dat de reden dat het geruime tijd duurde voor er opnieuw een beroep werd uitgebracht.

De oorlogsjaren waren voor de gemeente niet gemakkelijk. De aanvankelijke groei in ledental stagneerde enigszins, en de naoorlogse moeilijkheden rondom de schorsing van ds. R. Kok in 1950 en de daarna volgende scheuring binnen de Gereformeerde Gemeenten in 1953 deden onze plaatselijke gemeente ook geen goed. Ds. Kok was in Ambacht een algemeen geacht predikant; hij kreeg in deze jaren (1948) zelfs een beroep uit onze gemeente. Zijn schorsing werd dan ook door velen in de gemeente betreurd. Er waren echter ook leden die voluit achter de predikanten stonden die zich in 1953 losmaakten van de gemeenten en weldra het kerkverband stichtten van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. De consulent uit de oorlogsjaren in onze gemeente, ds. Chr. v.d. Woestijne, was één van hen. Ook in onze gemeente kwam het helaas tot een scheuring.

De naoorlogse jaren waren ook moeilijk voor de gemeente, omdat de ouderlingen Kok en Stolk – menselijkerwijs gesproken de steunpilaren in de gemeente – oude mensen gingen worden, die zich niet meer ten volle konden inzetten voor de gemeente.

 

7

Keerpunt

Het jaar 1959 blijkt achteraf een keerpunt te zijn in de geschiedenis van onze gemeente. Ouderling L. Stolk stierf in dat jaar, en daarmee werd een tijdperk afgesloten. Maar tegelijk werd een nieuw begin gemaakt, omdat kandidaat C. Wisse (1915-1989) in dit jaar het beroep naar de gemeente aannam. Hij heeft de gemeente tot 1963 mogen dienen. Tegelijkertijd begon in de tweede helft van de jaren ’50 en in de jaren ’60 de gemeente stevig te groeien door de vele mensen die met name uit Rotterdam-Zuid in ons dorp kwamen wonen. Het kerkgebouw begon vol en zelfs overvol te worden.

Toen dan ook ds. J.W. Verweij (1937) in 1971 eveneens als kandidaat het beroep naar de gemeente aannam en zijn werk als predikant begon, werden de plannen voor een nieuwe kerk nieuw leven ingeblazen. Al spoedig viel het besluit om op dezelfde plaats een grotere kerk te bouwen. Om deze reden heeft de gemeente toen een jaar van het (nu niet meer bestaande) gebouw van de Gereformeerde Kerk aan de Paulusweg gebruik mogen maken. Onze nieuwe kerk werd op 26 april 1974 in gebruik genomen. Naast de preekstoel is een gedenksteen aangebracht met daarop de woorden ‘Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid’ (Hebr. 13:8). Dat was de tekst waarbij ds. Verweij de gemeente bepaalde tijdens de laatste kerkdienst in het oude kerkgebouw.

 

7

Groei en consolidatie

Ds. Verweij heeft de gemeente van 1971 tot 1980 mogen dienen. Het waren jaren van groei, in de breedte maar toch ook in de diepte. Het proces van kerkbouw aan het begin van de jaren ’70 heeft de eenheid binnen de gemeente sterk bevorderd. Daardoor was er nauwelijks sprake van een scheiding tussen de authentieke Ambachters en de vele binnenstromers uit het Rotterdamse en vele andere streken.

Een aantal nieuw ingekomen leden van onze gemeente had zich overigens in Alblasserdam gevestigd. Dat waren er zóveel dat het goed was als er ook enkele kerkenraadsleden uit Alblasserdam afkomstig zouden zijn. Dat was in de jaren ’70 het geval. De bekendste van hen was ouderling A. Verhoeff. Al spoedig werden er daarom ook in Alblasserdam kerkdiensten belegd, waarbij ouderling Verhoeff ’s morgens voorging en ds. Verweij ’s middags het Woord bediende. De afdeling Alblasserdam groeide zó hard dat het verantwoord was om op 2 mei 1979 een zelfstandige Gereformeerde Gemeente in Alblasserdam te institueren. Dat heeft ds. Verweij mogen doen. Zo mocht in deze jaren zowel voor de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht als Alblasserdam veel betekenen. Onze gemeente was ooit als ‘dochter’ van de gemeente Ridderkerk begonnen, en nu mocht ze zelf een ‘dochter’ in de gemeente Alblasserdam voortbrengen.

In 1980 brak opnieuw een vacante periode aan, die in 1982 weer beëindigd werd door de komst van ds. J.S. van der Net (1941) uit Utrecht. Hij heeft de gemeente enkele jaren mogen dienen, maar door het aannemen van een beroep naar Dordrecht kwam er in 1985 een te snel einde aan zijn ambtswerk in Ambacht.

Gelukkig nam ds. H. Paul (1928) al spoedig het beroep naar onze gemeente aan, zodat de vacature in 1986 weer werd vervuld. In deze jaren werd het in 1974 in gebruik genomen kerkgebouw door de blijvende groei van de gemeente alweer te klein. Daarom werd er in 1988 een galerij gerealiseerd boven de consistorie en de zogenaamde ‘kleine zaal’. Tevens werd in deze jaren het orgel uit 1976 opnieuw geïntoneerd, waarbij de scherpe klank werd verwisseld voor een wat romantischer gekleurd klankidioom. Ds. Paul heeft de gemeente acht jaar mogen dienen, maar in 1994 riep de Heere hem naar Oostkapelle. Daardoor waren we opnieuw vacant. In het begin van 1994 hadden we als gemeente ook al afscheid moeten nemen van de al genoemde ouderling A. Verhoeven, die niet minder dan 48 jaar de gemeente in het ambt gediend had. Zowel het vertrek van deze geliefde ouderling als van ds. Paul was een gevoelig verlies voor de gemeente.

Opnieuw mochten we echter weer korte tijd later een andere predikant ontvangen. Het in 1994 op kandidaat W. Silfhout (1943) uitgebrachte beroep mocht hij tot grote vreugde van de gemeente met vrijmoedigheid aannemen. Opnieuw een kandidaat! Elke predikant heeft zijn eigen gaven. Ds. Silfhout onderscheidde zich al snel door zijn grote deskundigheid op het bestuurlijke terrein. Daardoor kwam hij in menig deputaatschap. Tegelijk mag gezegd worden dat dit nooit ten koste ging van het werk in de gemeente. Ook in de periode van ds. Silfhout moest het kerkgebouw worden uitgebreid. De gemeente stond toen voor de keus: óf een volledig nieuw kerkgebouw elders in Hendrik-Ido-Ambacht óf uitbreiden op dezelfde plaats. De keus viel op de laatste optie. Aanvankelijk wilde men in enkele fasen het kerkgebouw uitbreiden, namelijk eerst zalen op de begane grond aan de kant van de Thorbeckestraat en eventueel later nog een tweede galerij boven de nieuwe zalen. Maar men heeft terecht besloten om beide fasen in één keer uit te voeren. De zalen konden ’s zondags bij de kerkzaal betrokken worden. Daardoor kwamen er ruim 400 plaatsen bij! Op 5 juni kon het vergrote kerkgebouw – dat z’n oorspronkelijke vorm jammer genoeg wel kwijt was geraakt – in gebruik worden genomen. Zo zijn ds. Verweij, ds. Paul en ds. Silfhout ieder op hun manier ook ‘bouwdominee’ geweest.

Ook ds. Silfhout mocht de gemeente vanaf 1994 acht jaren dienen. Maar in het voorjaar van 2002 preekte hij afscheid, want de Heere had Zijn dienstknecht naar de gemeente in Capelle a/d IJssel geroepen. Dit betekende voor onze gemeente een wat langere periode van vacant zijn. De ouderen van de gemeente waren in de beginjaren van de gemeente niets anders gewend, tot ds. Wisse in 1959 kwam. Daarna waren we vacant van 1963 tot 1971. Vervolgens van 1980 tot 1982. De volgende vacante periode was heel kort, van 1985 tot 1986. In 1994 duurde de vacante periode nog korter, namelijk niet meer dan enkele maanden. Maar in 2002 begon een langere wachtperiode, die tot 2007 duurde. Met een gemeente van méér dan 2000 leden en doopleden was dat heel wat. Gelukkig waren er juist in die periode verschillende ouderlingen met pensioen gegaan, die nog voldoende vitaal waren om allerlei werk in de gemeente te kunnen doen.

De vreugde was echter groot toen in 2007 kandidaat M. Joosse, die door de gemeente beroepen was, het beroep mocht aannemen. Ds. Joosse heeft de gemeente – net als ds. Verweij – negen jaar mogen dienen. In het voorjaar van 2016 moest hij echter een beroep van de Gereformeerde Gemeente in Ede aannemen. Op 29 mei 2016 heeft hij in een zondagavonddienst afscheid genomen van de gemeente.

Ook hij werd met de kerkenraad in de achterliggende jaren geconfronteerd met nieuwe bouwplannen in verband met de groei van de gemeente en het daardoor ontstane gebrek aan voldoende zitplaatsen. Na veel overleg is besloten om elders in de gemeente een nieuwe kerk te bouwen met voldoende parkeergelegenheid. Toen na diverse procedures uiteindelijk de Raad van State groen licht gaf voor de verdere vergunningsprocedure stemde een groot percentage van de aanwezige mansleden eind december 2016 toch tegen het voorstel van de kerkenraad om te komen tot de bouw van een nieuw kerkgebouw. Op basis daarvan nam de kerkenraad het besluit om geen nieuwe kerk te bouwen.

Ondertussen was kandidaat M.H. Schot beroepen. Hij mocht zich door God geroepen weten naar onze gemeente. Hij werd op 7 september 2016 bevestigd tot herder en leraar. Het is opmerkelijk dat tot op heden van de zeven predikanten die de gemeente gediend hebben, er vijf als kandidaat zijn begonnen!

7

Open einde

Hierboven zijn slechts enkele momenten uit de geschiedenis van onze gemeente weergegeven. In 2006 mocht de gemeente herdenken dat zij 75 jaar geleden geïnstitueerd was. Zoals al gezegd, is er toen een mooi herdenkingsboek verschenen onder de titel Op deze petra… Om een goede indruk te krijgen van

de geschiedenis van onze gemeente is het nodig dit mooie boek ter hand te nemen, dat uitvoerig maar tegelijk boeiend de geschiedenis van onze gemeente heeft geboekstaafd. Bovendien zijn in dit boek vele prachtige en sprekende illustraties opgenomen, waardoor men zich een beeld kan vormen van hoe het vroeger was. In dit summiere overzicht is niets gezegd over het ontstaan van de vele verenigingen die onze gemeente telt. Ook werden slechts enkele namen genoemd van markante figuren uit de kerkenraad. Laat dit summiere overzicht een uitnodiging zijn om via het genoemde boek méér te willen weten.

De geschiedenis van onze gemeente heeft een open einde. In het gedenkboek werd aan het slot ervan opgemerkt: ‘Maar de Heere zet de geschiedenis voort, totdat de bazuin zal klinken, en het waar zal worden: ‘Hij komt, Hij komt om de aarde te richten.’ Dan gaat het maar om één zaak, namelijk of we ons levenshuis nog hebben staan op zandgrond, of door wedergeboorte en geloof reeds op rotsgrond. Ons kerkgebouw heeft de naam ‘Petrakerk’ meegekregen. Het wijst op de Steenrots Christus. Hij is het Fundament niet alleen van de gemeente, maar vooral van de zaligheid. Om Hem ging het in de geschiedenis van de gemeente en om Hem zal het altijd moeten gaan, ook in de toekomst.’

C. Bregman